AI | Het blijkt dat de kwestie van de jurisdictie over de brug over de Corantijnrivier tussen Guyana en Suriname nog steeds niet is opgelost. Volgens bestuurskundige August Boldewijn zou de jurisdictie over de brug onder Suriname moeten vallen, maar momenteel is er sprake van gedeeld eigendom en beheer. Dit veroorzaakt bezorgdheid, vooral omdat de linkeroever van de Corantijn de grens tussen de twee landen vormt, zoals ondersteund door historisch onderzoek.

Angelique del Castilho, voorzitter van DA’91, en ABOP-assembleelid Edward Belfort hebben ook hun bezorgdheid geuit over de kwestie. Zij benadrukken dat een slechte afhandeling van de jurisdictiekwestie mogelijke spanningen tussen de twee landen kan veroorzaken.

Het ministerie van Openbare Werken staat klaar om vooruitgang te boeken met het bruggenproject en heeft het ingenieursbureau WSP Caribbean opdracht gegeven voorbereidende studies uit te voeren. Er is echter onduidelijkheid over de financiering van het project en hoe de uitgaven tussen Suriname en Guyana zullen worden verdeeld.

Boldewijn merkt op dat de hele Corantijnrivier al lange tijd in het bezit is van Suriname, maar dat er nu vraagtekens zijn over de financiering en het eigendom van de brug. Hij uit bezorgdheid over mogelijke geopolitieke complicaties, vooral gezien het verleden van conflicten tussen Guyana en Venezuela.

Hoewel er plannen zijn voor financiering via publiek-private samenwerking (PPP), hebben twee bedrijven niet kunnen voldoen aan de voorfinancieringseis. Presidenten Irfaan Ali van Guyana en Chandrikapersad Santokhi van Suriname zullen binnenkort een definitief voorstel voor financiering bespreken.

De brug over de Corantijnrivier wordt gezien als een belangrijke stap in de samenwerking tussen Guyana en Suriname en zal naar verwachting de regionale ontwikkeling bevorderen. Het project symboliseert samenwerking en vooruitgang en zal een nieuw tijdperk van connectiviteit en ontwikkeling inluiden in de regio.