Voormalig minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), Soeresh Algoe, geeft de regering van president Simons een rapportcijfer vier uit tien. Hoewel het kabinet pas drie maanden aan de macht is, ziet hij nu al reden tot zorg.

Volgens Algoe is er binnen de regering weinig daadkracht te bespeuren. “De president zal moeten reshufflen. Zeker vijf of meer ministers zal hij moeten vervangen,” zei hij in een interview met Radio Stanvaste in Nederland. Hij hekelt vooral het aanstellen van commissies op ministeries. “Een minister moet zelf problemen kunnen aanpakken,” aldus de oud-minister.

Algoe heeft ook kritiek op het benoemingenbeleid. Hij stelt dat

bestaande structuren, vooral in de districten, worden genegeerd. “Mensen die tijdens de verkiezingscampagne niet actief waren, krijgen nu hoge functies. De partijstructuren die op het veld hebben gewerkt, worden buitengesloten,” zegt hij. Volgens Algoe moet de leus ‘kenki a systeem’ ook echt in praktijk worden gebracht. “Zet de juiste mensen op de juiste plek. Nu moeten sommige ministers nog alles leren, en tegen de tijd dat ze het begrijpen, zijn we vijf jaar verder.”

Binnen de NDP zelf is volgens Algoe eveneens veel ontevredenheid. “Ik ben niet tevreden over hoe zaken lopen, en dat hoor je ook op het veld,” zegt

hij. Hij vindt dat de regering sneller moet handelen en beter moet communiceren.

Over de huidige LVV-minister, Mike Noersalim, is Algoe duidelijk teleurgesteld. Volgens hem houdt de minister zich vooral bezig met strafzaken uit de vorige regeerperiode, terwijl er nog geen zichtbaar beleid is ontwikkeld. “Misschien is hij bezig om zaken op orde te brengen, maar tot nu toe is er weinig resultaat,” aldus Algoe.

Ook de situatie in de rijstsector baart hem zorgen. Algoe verwijst naar uitspraken van Noersalim dat het ministerie niet over de prijs van padie gaat. “Maar het ministerie moet juist zorgen voor sociale rust. De rijstsector biedt werk aan veel mensen. Een eerlijke padieprijs helpt om die rust te bewaren,” benadrukt hij.

Volgens Algoe is het tijd dat de regering-Simons verantwoordelijkheid neemt en laat zien dat ze bereid is te leren en te verbeteren. “De verwachtingen zijn hoog, maar de resultaten blijven achter,” besluit hij.